
Grijs. Ik hou van Grijs. Noem me gerust een grijze muis, want dat ben ik. Altijd al. Op ontzettend veel vlakken voel ik me grijs:
Grijs is mijn mening, nooit extreem zus of zo, eerder weloverwogen ergens tussenin. Grijs is de helft van mijn kleerkast. Grijs is introvert zijn, geen haantje de voorste, geen mensen-mens. Grijs is voor de observator, de afwachtende. Grijs is gevoelig. Grijs denkt voor zichzelf maar hoeft dit niet zo nodig naar buiten te brengen. Grijs is terugtrekken. Grijs is het weer buiten. Grijs is mijn gevoel. Grijs is voor al hetgeen in mijn hoofd omgaat maar zich niet zo vertaalt naar buiten toe. Grijs is mijn gemoed. Grijs staat voor vaagheid en dromen. Grijs knikt ja maar denkt nee. Grijs doet stiekem toch zijn zin.
Op slechte dagen tuimel ik in een groot zwart gat. Donker zijn mijn gedachten, donker is mijn ziel. Het liefst kruip ik dan weg in mijn veilig nest. Rondom mij gebeuren er dingen die me volledig ontgaan. De wereld buiten bruist van leven, maar ik voel niks. Rondom mij is alles zwart. Zwart brengt verderf en verdriet. Zwart ben je liever niet.
Op goeie dagen voel ik me warm geel. Of fel oranje. Of uitdagend rood. Op heel goeie dagen voel ik me de regenboog. Creativiteit en durf in al zijn kleuren. Voorbij die regenboog ontstaat hoop. Voorbij die hoop ontstaat geluk. Grijs vindt zijn manier, zijn weg. De toekomst is aan grijs.