
Dikwijls had ik een schuldgevoel wanneer ik niet aan het werk was. Wanneer ik geen centen aan het verdienen was of niet aan het presteren was. Maar ook wanneer ik in de zetel hing. Of dat ik lijfelijk ongemakkelijk werd als ik eens niks te doen had. Tot het zo ver kwam dat ik geen 5 minuten meer kon stilzitten op een stoel. Want ik moest ‘bezig’ zijn. Van wie moest ik dit? Van mezelf vooral maar ik dacht dit ook van anderen te moeten. Het schuldgevoel werd een constante, het bezig zijn een attitude. Tot ik het inzag. Ik ging de oefening aan om niet bezig te zijn en daar ok mee te zijn. De laatste tijd slaag ik er bv in:
- Een half uur met gesloten ogen op een stoel stil te zitten
- Een half uur te mediteren op mijn yogamat
- In de wachtruimte van de dokter effectief te wachten zonder op de gsm te prutsen
- Overal waar er gewacht moet worden, gewoon wachten en niet op de gsm prutsen
- Gewoon een uurtje of 2 te niksen
- Een dag te hebben waarin er noegabollen gepland staat
- Stiltes in een gesprek niet te willen opvullen
- Zelf bewust stiltes te laten vallen in gesprek
En het is tijdens die stiltes, ruimtes die je inbouwt dat er werkelijk onverwacht boeiende dingen gebeuren. Dingen die je anders niet zou opmerken in je bezigheid. Dingen waarvoor je anders niet zou openstaan. Want dat is het met stiltes en stilstaan: je stelt jezelf open. Je opent je geest, je lichaamstaal verandert. Je opent je hart. Voor mensen, voor mooie dingen en voor jezelf.
Zoals die ochtend dat ik alleen een wandeling ging maken in de bossen, even stil bleef staan om naar een uitgestrekt weiland achter het bos te kijken en daar een kudde herten naar de overzijde zag springen. Het was half in de mist, en ze waren met veel, groot en klein, wat was het prachtig. Ik had nog nooit herten gezien van zo dicht, ik had eigenlijk zelfs nog nooit herten gezien, vandaar dat het mij zo ontroerde.
Zoals die keer dat ik in de frituur stond te wachten in de rij en naar een verliefd koppel keek dat buiten stond. Eerst hevig gesticulerend en daarna hevig kussend. ‘T leven kan toch mooi zijn.
Zoals die keer dat ik stilletjes aan de schoolpoort stond te wachten, ik was vroeg en dat gebeurt bijna nooit. Normaliter zit ik dan nog een beetje op mijn gsm te prutsen of te bellen in de auto, maar deze keer stond ik dus mooi aan de schoolpoort. Te staren naar een nog lege speelplaats. Tot er iemand naast mij ging staan en een gesprek begon. Het werd een lang gesprek en die mens bleek gewoon een mega interessante mens te zijn. En ik kom dat echt niet veel tegen hoor. T kan verkeren.
Het schuldgevoel is weg nu. Wanneer ik niet werk, presteer of centen verdien ben ik hoogstwaarschijnlijk dubbel en dik aan het genieten.
Tot de volgende x