Carrière

Hier wou ik het dringend eens over hebben. Over ‘carrière’ maken enzo. En over van carrière veranderen. Carrière, eigenlijk een beetje een aangedikt woord, niet? Ik gebruik liever het woord ‘loopbaan’. Kan je op je 34ste al van een loopbaan spreken? Tuurlijk. Een kort loopbaantje weliswaar. Want ik bedenk me net dat ik zo ongeveer nog even lang zal mogen werken als dat ik oud ben. Ik ben dus nog een tijdje zoet, laat het ons zo zeggen. Misschien kan ik op mijn 68ste terecht gebruik maken van het woord ‘carrière’, ik ben benieuwd.

Een job, daar houdt een mens zich mee bezig gemiddeld 5 dagen in de week, gemiddeld 7 tot 8 uren per dag. De één springt daar al wat vlijtiger mee om dan de ander. Als je dat zo op een mensenleven bekijkt, dan zijn we eigenlijk het grootste stuk van onze tijd bezig met onze job. En stel nu dat ik nog 34 jaar het geluk heb iedere dag een job te mogen uitoefenen. Dan denk ik zo: het is er dan beter eentje die ik zo fantastisch graag doe dat het niet voelt als een job. Meer nog, stel dat we de jobs gewoon afschaffen, dan is er steeds iets waar je je sowieso mee bezig hebt te houden. Dan zou je je bezighouden, los van alles, met iets wat je de max vindt om mee bezig te zijn toch. Wat heerlijk zou het dan zijn dat dit net je job is, in een wereld waar we elk een job hoeven te hebben.

Ik stel het nu allemaal wat simplistisch voor maar eigenlijk is het niet meer dan dat. Do what you love and you will never work a day of your life. Gewoon doen wat je wilt doen vind ik een goed uitgangspunt. De rest creëer je er wel rond. Hoe je er geld mee verdient en er een echte job van maakt bedoel ik dan, dat pluis je wel uit, sooner or later. Is een diploma dan niet het beste uitgangspunt? Tja. Een diploma ondersteunt je natuurlijk, is een bewijs van kennis over een bepaalde materie en biedt je zelfvertrouwen. Het is een handig document. Een opstap naar. Zegt het iets over je passie en over hoe goed jij in je job zal zijn? Zegt het iets over hoe gelukkig jij je zal voelen in je job? Neen. Uiteindelijk heb je na je studie het allemaal zelf creatief in te vullen.

Een groot deel onder ons gaat trouwens een totaal andere weg op dan de weg waarvoor onze studie ons klaarstoomde. Een ander deel koos voor een job in de lijn van de studies, gaan er vervolgens voor, blijven evolueren binnen hetzelfde domein en blijven gelukkig met wat ze doen. Nog een andere groep deed geen enkele studie, maar baant zich toch al of niet succesvol een weg door het werkleven. En tenslotte is er nog een groepje moeilijkerds: diegene die kozen voor iets in de lijn van hun studie maar vervolgens al snel helemaal vast komen te zitten, vervreemden van hun job of er gewoon geen zin meer in hebben. Niet zelden zijn die laatsten ‘millennials’, de generatie Y (geboren tussen 1981 en 2000). Logisch eigenlijk: de generatie X die eerder kwam, stelden zich zoveel vragen niet bij leven en werk en aanvaardden de dingen meer zoals ze kwamen. Generatie Y daarentegen (de generatie nà de millennials, geboren vanaf 2000) hebben minder problemen met veranderen, switchen van jobs als van onderbroek bij wijze van spreken. Is iets niet goed, dan zoeken we beter, en liefst zo snel mogelijk. Ik geef hen niet meteen ongelijk.

Het laatste groepje moeilijkerds dat zijn dus de millennials. Ik las onlangs dat maar liefst 85% van de millennials zich afvraagt of zij wel op hun plek zitten op hun werk. Van job veranderen is voor hen een heikel punt, dat eerst wel overwogen moet worden, want het leven is gebouwd rond die job en er dienen zaken in stand gehouden te worden. Millennials schijnen ‘alles’ te willen, de lat heel hoog te leggen en een hoge levensstandaard na te streven. De studie is afgerond en de ambitie voor een goede baan in combinatie met het leveren van een relevante bijdrage aan de maatschappij is sterk aanwezig. Millennials willen daarnaast ook een rijk sociaal leven, een bloeiende relatie, een gezonde lifestyle en exotische reizen maken. Millennials hebben chronische keuzestress. Voor millennials is de term ‘quarterlife crisis’ uitgevonden. En daar horen carrièreswitchen bij.

Switchen naar iets compleet anders is en blijft toch een beetje eng, en de vrees om uit de comfortzone van de huidige job te treden is soms groot. Dus blijven we maar doen wat we altijd al deden, want dat is zo slecht nog niet. Dit kan je een tijdje volhouden. Tot de energie die je van een job kan krijgen uitblijft. Tot het energie begint te vreten. Tot verandering echt wel de enige oplossing lijkt. Mensen die zich ongelukkig voelen in hun job en de term burn-out zijn onlosmakelijk met elkaar gelinkt. Want burn-out heeft zoveel meer oorzaken dan enkel een hoge werkdruk en een paar keer over de grenzen gaan. Het gaat veel dieper dan dat. Wat werkgevers als oplossing bieden, namelijk de werkdruk verlagen en wat mindfullness hier en daar inlassen, zal enkel op korte termijn helpen. Het is echt wel een stuk complexer en de uitdaging om een fenomeen als burn-out aan te pakken binnen bedrijven zal alsmaar toenemen.

Ik pleit er dus voor de burn-out gewoon vóór te zijn. Bedrijven zouden dus aan preventie moeten doen ipv de problemen al dan niet aan te pakken als ze zich voordoen. De enige manier om aan preventie te doen is volgens mij: als werkgever connecteren met uw mensen op de vloer. Leer ze kennen, plan persoonlijke meetings met hen in, leer hun noden en verlangens mbt de job kennen, zorg voor de mogelijkheid tot persoonlijke groei en zorg ervoor dat mensen zich nuttig voelen. Pas geen onnozele management-trucjes toe. Zorg voor (externe) loopbaanbegeleiding. Ver-menselijk en vertraag. Het zal lonen op lange termijn.

Ook als persoon kan je een burn-out vóór zijn. Door op tijd de signalen te herkennen bijvoorbeeld. Door jezelf heel goed te kennen en op tijd in te grijpen. Door je te laten begeleiden door een loopbaancoach* bijvoorbeeld. Door naar andere pistes te kijken. Door de oogkleppen af te zetten en door ook privé eens het een en ander te herstructureren.

Ikzelf kan hier niet geheel toevallig over meespreken, ik heb in mijn korte carrière al een aantal wendingen moeten maken. Ik ben afgestudeerd als dierenarts kleine huisdieren. Het traject naar dat diploma was er eentje met bloed, zweet, tranen en vele braakmomentjes (ik was toen al niet zo stressbestendig haha). Gelukkig had ik doorzettingsvermogen met hopen want ik haalde het. En ik was trots, nog steeds. Ik had een vrij klassiek beeld van wat een dierenarts kleine huisdieren was, namelijk in een praktijk werken en dieren genezen. Dat was wat de 18 jarige ik wou doen tot aan haar pensioen. Men ging er doorgaans van uit: een beroep van die orde heb je tot aan je pensioen. 16 jaar en 2 kindjes later, is die gedachte echter geëvolueerd. Ik werkte 10 jaar waarvan 7 jaar als praktijkdierenarts. En ik wil helemaal niet hetzelfde blijven doen tot aan mijn pensioen. Zo zit ik blijkbaar niet ineen. Zelfs al specialiseer je en groei je in hetzelfde domein, dan nog, er zijn nog zoveel domeinen om te gaan verkennen. En misschien fantastisch te vinden. En met een beetje geluk geld mee te verdienen. Voorlopig blijf ik op de eerste plaats dierenarts. Dierenarts met een twist, zonder praktijk en zonder rechtstreeks dieren te genezen. En met een eindeloze resem interesses waaruit mogelijks iets kan voortkomen.

Want tegenwoordig kan er veel en willen we veel. Geboren tussen 1981 en 2000, we kunnen er niet aan doen ;-). Een echte millennial hierzo, yes. En als ik op mijn 68ste terug zal kijken op mijn ‘carrière’ dan ben ik zeker dat die goed gevuld zal zijn, maar nog zekerder dat die uiterst gevarieerd zal zijn :-).

PS*: Specialen dank aan Delphine Cannaert ( https://de-can.be/ ). Bedankt dat ik u mijn liefste vriendin en m’n loopbaancoach mag noemen. Door u vielen er redelijk wat puzzelstukjes op zijn plaats. De beste is ze!

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s